Mijn laatste volle dag in Canada, op weg naar Edmonton

11 juli 2019 - Edmonton, Canada

Woensdag 10-7-2019                                                                                             Edmonton

Gisteren zijn Natasha en ik naar het noorden gereden. De kinderen hadden andere bezigheden, Alexandra zomerschool en Daniel vrijwilliger bij een kamp voor kinderen en Nic was naar zijn werk. Mijn oom ging Wimbledon kijken.

Eerst zijn we naar de site van de Suncor oilsands gereden, we konden niet op het terrein, dan had Natasha eerst een speciale vergunning voor mij moeten aanvragen. De volgende keer dus. Onderweg zagen we ineens een bord met Crane Lake met een mooi uitzichtpunt en een wandeling rondom het meer. We zijn tot het meer gekomen, daarna was er bijna niks meer van een trail te zien, het hele pad was zwaar overwoekerd. Heel jammer want er zaten verschillende vogels daar en het was er erg mooi. We zagen ook sporen van bevers die bomen om hadden geknaagd. Helaas zaten er ook muggen en werden we veel gestoken. Nou heb ik een apparaatje dat warm wordt (tot 50 graden) waardoor het eiwit in de beet wordt veranderd en de jeuk meteen weg is. Daniel noemde het mijn machine. Het werkt erg goed, alleen moet je de beten hier vaker behandelen dan die in Nederland, het zal wel een andere muggensoort zijn. Ik ben ook erg allergisch voor de muggen hier, de bulten worden bijna allemaal erg groot, dik en rood. Maar mijn machine werkt goed.

Na Crane Lake zijn we doorgereden naar “the Bridge to Nowhere”, die brug heeft dus lange tijd nergens naar toe geleid, nu wel maar de naam is gebleven.

Er zijn hier veel namen waar zeker een verhaal achter zal zitten, zo als “lost shoe creek”, “dumping log bridge”, “hanging rock river”, “jingle pot road”, “nojack campground” (je zal maar Jack heten, mag je er dan niet komen???), “Camp He Ho Ha”. Erg intrigerende namen dus.

Maar terug naar onze activiteiten van gisteren. We zijn de brug over gegaan en zijn meteen afgeslagen om naar de rivier te gaan (de Athabasca River, die is heel erg lang, 1231 kilometer en hij ontspringt in de Rockies bij de Columbia Icefield (waar google al niet goed voor is). Het was erg modderig en glibberig, dus erg lekker lopen was er niet bij.

Daarna zijn we terug gereden en zijn naar Fort McKay gegaan. Een dorp waar eigenlijk niks te doen is, ik zou er niet willen wonen.

Onderweg terug naar Fort McMurray zijn we nog gestopt bij het museum voor big machinery of zo iets. Daar staan een aantal oude enorme machines van olie maatschappij Syncrude, met borden met uitleg. Die machines werden 40 jaar geleden gebruikt.

Daarna door naar het Bizon uitkijkpunt, helaas waren er geen Bizons te zien. Maar er was wel weer uitleg over bizons en hoe de natuur weer terug gebracht wordt na dat de olie uit het zand is gehaald. Nou had Natasha mij dat al uitgelegd, maar toch.

Iets verderop zijn beelden van bizons waar we ook nog even zijn gestopt.

Na een late lunch heb ik mijn foto’s gekopieerd voor Natasha en heb foto’s van haar telefoon naar mijn usb gekopieerd. En natuurlijk veel praten.

Er wordt veel geplaagd en vaak is Natasha de pineut dus dan zegt ze: “don’t ridiculize me”, nou is ridiculize geen bestaand woord dus is dat grappig. Ze hebben in hun kamer een schilderij hangen met regels, zoals in dit huis hebben we respect voor elkaar etc. Nou hebben we er een regel onder gemaakt: we don’t ridiculize each other. Maar niemand had het gisteren gezien, vanmiddag viel het pas op, appte Natasha, na 24 uur dus. We hebben er erg veel lol om gehad, maar het zal wel zijn, dat je erbij had moeten zijn om die lol er van in te zien.

We zullen elkaar volgend jaar weer zien, dan komen ze naar Europa en natuurlijk ook naar Nederland. Iets om mij op te verheugen. Over 3 jaar ga ik dan weer naar Canada, dat staat alweer vast, dan heeft Daniel zijn graduation en als peettante moet je daar toch bij zijn natuurlijk.

Gisteravond heb ik al afscheid genomen van Nic, die moest vanmorgen erg vroeg naar zijn werk.

Vanmorgen, na een slechte nacht van maar zo’n 2 uur slaap, ben ik opgestaan om afscheid te nemen van Alexandra. En 3 kwartier later van Daniel.

Uiteindelijk zat ik, na het laatste afscheid van mijn oom en Natasha, 10.10 uur in de auto. De hele weg heb ik telkens wat regen gehad. Onderweg heb ik verschillende roofvogels gezien, waarvan ééntje op ooghoogte voor mij, naast de weg op zoek was naar eten. Vlak daarna was er een helikopter die net opsteeg van een grasveld naast de weg.

Het is zo’n 5 uur rijden naar Edmonton. Ik wilde eigenlijk eerst naar West Edmonton mall, een enorm groot winkel centrum met een zwembad, een ijshockeyring,  een aquarium en ik weet niet wat nog meer. Maar omdat ik toch wel heel weinig heb geslapen, had ik niet echt veel zin om te gaan. Volgende keer maar weer.

Ik ben onderweg één keer gestopt om te tanken, het was daar erg goedkoop, nog geen Canadese $ per liter 98,9 cent, dat komt neer op tussen de 65 en 70 eurocent.

Na het inchecken in het motel (dat ligt ongeveer 15 minuten van het vliegveld) en het inchecken voor mijn vluchten morgen, ben ik wel nog even naar een supermarkt gereden voor wat te eten in het vliegtuig, dat zijn dus bagels geworden. Die zal ik morgenochtend eerst even roosteren en wat kaas ertussen doen. Ik ga hier rond 10 uur weg, dan ben ik heel erg ruim op tijd om de auto nog even vol te tanken en terug te brengen. De auto is een heel stuk smeriger dan dat hij was, laat ik het zo zeggen, hij was wit. En er staat heel veel meer kilometers op de teller. Ik heb ongeveer 5750 kilometer gereden, ik heb dus goed mijn best gedaan om de auto in te rijden. Iemand moet dat doen.

3 Jaar geleden had ik een foto gemaakt van een Bald Eagle en die keek recht in de lens, we hebben hem toen Alfred gedoopt.

Dit jaar hadden we Blind Freddie. Toen Daniel vrijdag een aantal zeemeeuwen had weggejaagd, bleef er ééntje gewoon zitten, waarop Natasha zei: die zal wel blind zijn, dus doopte ze hem blind Freddie. Zaterdag vlogen ze weer allemaal weg toen we met de kano langs kwamen, behalve één. Het is erg grappig om te doen alsof je weet wat die beesten denken: “hé, zijn jullie er nog, jongens, waar zijn jullie nou, wat is er aan de hand”.

Ook voor die duikende kleine meeuwen kan je leuke dingen bedenken. Ze duiken soms en trekken net voordat ze het water raken op. Dus dat is: “Pull up, pull up, malfunction, malfunction”. Je moet er tenslotte zelf wat van maken.

1 Reactie

  1. Hilde griffioen:
    11 juli 2019
    Al weer op weg naar huis. Wat gaat de tijd toch snel!!
    Goede reis!! 😘